Het (wetenschappelijk) onderzoek naar leiderschap bij paarden blijft doorgaan. Daarin wordt steeds duidelijker dat de zogenaamde ‘leidmerrie’ die bepaalt wat de kudde doet een mythe is. Een wijd verspreide mythe, dat dan wel.
Het nieuwste onderzoek in de rij is gedaan door prof. Konstanze Krüger en in januari 2014 gepubliceerd.
Zoals je hier kunt lezen, zijn er verschillende terreinen waarop je kan kijken wie de leiding heeft over de kudde. Je kunt bijvoorbeeld kijken welk paard de kudde in beweging zet. Dat was in ieder geval wat Krüger onderzocht.
Haar team observeerde specifiek de bewegingen van de kudde. Dat wil zeggen, ze onderzochten welk paard in de kudde bepaalt waar de kudde heen gaat. En dus op momenten dat de kudde in beweging komt de leiding heeft.
Om dit goed uit te zoeken stelde ze een team onderzoekers samen om in Italie de wilde Esperia paarden te onderzoeken.
En ze onderscheidde twee manieren waarop een paard de kudde in beweging kan brengen:
* de eerste manier is dat het paard de kudde opdrijft van achteren. Dit wordt ook wel herding genoemd.
* de tweede manier is dat een paard een bepaalde kant op gaat waarop andere paarden dit paard volgen (departure).
Krüger vroeg zich met name af welke paarden de kudde in beweging zetten en op welke manier ze dat doen. Daarbij keek ze naar het geslacht, de rang, relaties en de positionering van het paard.
Het team onderzoekers kwam tot twee conclusies:
1. Herding wordt alleen gedaan door de dominante hengst. Deze hengst is trouwens niet perse het meest dominante paard in de hele kudde. Van de drie kuddes die Krüger onderzocht, was deze hengst in eén geval het meest dominante dier, in beide andere kuddes was de alfahengst lager in rang.
2. De kudde in beweging zetten door ergens naar toe te gaan (departure) werd gedaan door merries van alle rangen! Het was niet zo, dat de kudde altijd uitsluitend de hoogste merrie volgt. Hoewel het wel zo was dat merries met een hoge rang vaker gevolgd werden door de overige paarden dan merries met een lage rang. Maar ook lager geplaatste merries werden regelmatig door de overige kuddeleden gevolgd.
Hieruit wordt duidelijk dat het leiderschap van de kudde verdeeld is over de verschillende kuddeleden, waarbij ieder lid van de groep de groep in beweging kan zetten. Ook in dit onderzoek komt naar voren dat er geen leidmerrie is, in de zin dat de kudde 1 paard heeft die de beslissingen neemt voor de hele groep.
De organisatie en sociale samenhang in paardenkuddes is ingewikkelder dan veel mensen denken. We moeten blijven oppassen dat we niet blijven hangen in vastgeroeste ideeën over of menselijke vormen van leiderschap op paardenkuddes projecteren, maar blijven opletten wat er echt gebeurt.
Lees meer bij Thinking Horse
Krüger heeft haar bevindingen beschreven in “Movement initiation in groups of feral horses“.