De meeste wilde kuddes bevatten behalve een aantal merries en jonge dieren eén en soms meer hengsten. Deze hengst wordt haremhengst genoemd. Wanneer er meer hengsten in een kudde zijn, is een van hen dominant over de andere. Deze dominante is dan de haremhengst.
Voortplanting
Een hengst heeft een aantal ’taken’ binnen de kudde.
Natuurlijk dekt hij de (meeste) merries als ze hengstig zijn. De haremhengst is dan ook de vader van de meeste veulentjes die in de kudde geboren worden, maar niet van allemaal. Zo’n 10 tot 30% van de veulens is door een andere hengst verwekt. Dat kan een hengst van buiten de kudde zijn of (als die er is) een ondergeschikt dier dat bij de kudde hoort. Zo’n ondergeschikte hengst krijgt niet gauw de kans om een merrie te dekken, maar het gebeurt wel!
Als er meer merries tegelijk hengstig zijn, kan het voorkomen dat de dominantste merrie de andere bij de hengst weghoudt. De ondergeschikte merrie wordt dan op een later moment gedekt.
Dat heeft als voordeel dat het veulen van de dominante merrie eerder verwekt wordt en daarmee dus ouder is dan het veulen van de ondergeschikte merrie. Daardoor is de kans groter dat dit veulen later ook dominant over het andere veulen zal zijn, en daarmee betere toegang tot bv. eten en drinken verwerft.
Verdediging
Verder heeft de hengst een belangrijke rol bij de verdediging van de kudde.
Wanneer er een roofdier in de buurt van de kudde komt, zal de hengst een plek opzoeken tussen het roofdier en de kudde; vanuit die positie kan hij de rest van kudde bij het gevaar vandaan jagen en de merries met hun veulens beschermen.
Maar ook wanneer er een vreemde hengst in de buurt komt, zal de haremhengst ervoor zorgen dat hij tussen de vreemde hengst en de kudde in blijft en waar nodig de kudde uit de buurt van de andere hengst houden en de merries een andere kant op drijven. Bij dat opdrijven neemt de hengst een typische houding aan, waarbij hij het hoofd laag houdt en met zijn hals een soort slangachtige beweging maakt. Ook als er een andere kudde nadert, drijft de haremhengst de kudde bij elkaar.
Op zulke momenten is de haremhengst het meest dominante paard van de kudde, de overige dieren laten zich dan zonder verzet door hem opdrijven.
Op andere momenten daarentegen, hoeft de haremhengst helemaal niet heel dominant te zijn. Buiten de context van dreiging, wanneer het bijvoorbeeld gaat om eten of drinken, kan hij ondergeschikt zijn aan een of meer merries. Wanneer er meer hengsten in de kudde zijn, is de haremhengst natuurlijk wel de meest dominante man. De andere, ondergeschikte hengst(en) helpen hem bij het beschermen van de kudde tegen roofdieren en vreemde hengsten.
Positie van de hengst
Wanneer de kudde wegrent voor gevaar, loopt de haremhengst dus meestal achteraan; in deze positie beschermt hij de kudde tegen de bedreiging en jaagt hij de kudde nog eens extra op.
Op andere momenten, als de kudde naar een andere graasplek, water of ergens anders naar toe gaat, loopt de hengst meestal of voorop of achterop, maar soms ook ergens in het midden.
Harem
Zolang een hengst nog geen eigen harem heeft, besteedt hij zijn tijd aan het zoeken naar merries. Wanneer hij een kudde heeft gevonden, houdt hij daarmee op. Hij zal niet zo gauw op zoek gaan naar nieuwe merries om bij de kudde te voegen (als hij dat wel doet, loopt hij zelfs het risico, dat de nieuwe merrie niet getolereerd wordt door de andere merries van de kudde).
Een hengst zorgt er wel voor dat de merries bij zijn kudde blijven. Alleen de jonge merrietjes tot zo’n 3 jaar, voor het grootste deel zijn eigen dochters, laat hij makkelijk lopen als ze ervandoor gaan. En de jonge hengstjes natuurlijk.
Lees meer over dominantie en leiderschap in de kudde